Wolk
Ik wil zo graag een wolk zijn
Zo eentje zonder vorm en
Zo een die in het blauw verdwijnt
En daar dan stil blijft wonen
Ik wil een heel klein wolkje zijn
Zo een die stiekem regent
Op het gras dat al verdort is
En op een bloem nauwelijks nog levend
En dat die bloem dan opkijkt
Bloedmooi, bloeiend, stralend
En dat het dan de zon wel lijkt
Die mij van onder aankijkt
Ik zou zo graag de wind zijn
Die stiekem door je haar blaast
Nog een keertje langs raast
Als jij de weg weer kwijt bent
Ik wil zo graag onzichtbaar zijn
Kijken in je ogen
Zonder dat je wegkijkt
Zonder dat je wegkijkt
Ga mij niet achterna
Je kan me niet vinden
Ik laat me niet langer vinden
Ga mij niet achterna
De vogel
Toen de aarde nog niet bestond
Vloog er al een vogel rond
Ze vloog rond in de leegte
Genoot van het eeuwige leven
Maar bij haar nieuwe verenvacht
Ontstond er plots de dag en nacht
Toen zij zachtjes begon te fluiten
Ontstond er binnen en buiten
En met een knal
Een harde knal, nog harder dan het leven
Is ze weggevlogen
Liet ons achter in de leegte
Verdriet van het oude vrouwtje
Bij de oude man was het er zomaar ingeslopen
Hij begon plots te kraken tijdens het lopen
Zijn botten zo broos dat hij wel toe moest geven:
Nu ben ik oud en klaar met het leven
Hij ging naar zijn vrouwtje en pakte haar hand
Gaf haar een kus en zei: dit was het dan
Zijn ziel naar de hemel, zijn hart in haar schoot
En iedereen huilde: nu is hij dood
Ze kwamen haar troosten, allemaal tegelijk
Het is ook niet eerlijk, het is niet gelijk
Maar als snel kwamen woorden als -hij was oud, ‘t was zijn tijd-
En dan knikte het vrouwtje uit beleefdheid
Haar hart zat vol leegte maar het tikte nog goed
Maar enkel en alleen omdat een hart tikken moet
Ze keek naar de wolken en zong toen heel zacht
Is het daar fijn, heb je aan mij gedacht?
De wolken begonnen te huilen bij het horen van haar lied
Intense buien vol van verdriet
Toen na dagen en nachten de regen was gestopt
Had heel het land zich onder water verstopt
De mensen droogden hun huizen en ze droogden hun haard
Kinderen hun speelgoed, oude mannen hun baard
De poes droogde haar vacht en de bakker zijn brood
De slager zijn vlees en de schipper zijn boot
Waar het vrouwtje is, is voor ieder een raadsel.
Niet verder vertellen, maar ik weet het wel
Ik heb het gezien met mijn eigen ogen:
Ze is met een grote golf naar de wolken gevlogen.
Kijk eens omhoog, nee hoger, veel hoger.
Misschien zie je het niet met je blote ogen
Met een verrekijker of sterrenkijker misschien
Kun je ze samen in de wolken zien.
In zeven sloten tegelijk
Ik wil met jou
Veel te hard van stapel
Dansen op de tafel
In 7 sloten tegelijk
En hebben we het rijk alleen
Dan wil ik met jou nergens heen
Behalve dan waar jij ooit was
Met wie je daar en wat je zag
Zodat ik weet wie jij toen was
Fluister je mij de woorden zacht
Van wat je voelde, wat je dacht
Alsof ik er al die tijd bij was
Ik wil met jou
Veel te hard van stapel
Dansen op de tafel
In 7 sloten tegelijk